De Podenco

Door Hilary Harrison

De Podenco is een oud en oorspronkelijk ras dat al eeuwenlang voorkomt op de Balearen: de eilanden Mallorca, Menorca, Ibiza en Formentera.
De honden werden op de eilanden vooral gebruikt voor de jacht op het konijn.

Er zijn verschillende soorten Podenco's maar 1 van de meeste bekende is de Podenco Ibicenco.
De Podenco Ibicenco is een half-windhond. Dit betekent dat hij niet alleen zijn ogen gebruikt tijdens de jacht (zoals de "echte" windhonden dat doen), maar ook zijn neus en grote oren. Tijdens de jacht kan de Podenco hoge sprongen maken.
De honden werken geheel zelfstandig, opsporen, vangen, doden en tot slot apporteren.
Deze manier van jagen vereist een zeer intelligente hond, wat een Podenco dan ook is.
Ook is de Podenco zeer attent: er ontgaat hem zelden iets. Als waakhond is hij daarom ook goed te gebruiken in de zin dat hij aanslaat bij onraad.
De hond is echter niet "scherp", eerder terughoudend tegenover vreemden.

De Podenco is een vrij grote hond. Het meest opvallend zijn de grote staande oren.  Er bestaan drie haarvariëteiten: kort-, ruw- en langhaar. De kleur is rood met wit, ook effen rood en effen wit komt voor.

De Podenco kan heus een eigenwijs karakter hebben maar zijn trouw aan hen baas. Met een Podenco in huis, heeft u altijd een goed humeur... het zijn clowns en heel grappige honden die u zo aan het lachen zullen krijgen.
De Podenco is een prima huishond en kan prima leven met kleine honden, katten en andere dieren. Er zijn altijd Podenco's met een hoge jachtdrift, dus informeer altijd goed naar de karakter van een hond die u wilt adopteren.

Hoogte: Middelgroot/Groot (reuen 66cm - 72m, teven 60cm - 67 cm)
Kindvriendelijk: Ja
Kunnen met andere dieren samenleven: Ja
Heeft veel beweging nodig: Gemiddeld
Kunnen goed alleen zijn: Ja
Sociaal: Ja

 

 

De Podenco is een schone hond. De vacht vraagt weinig onderhoud; één maal per week een rubberen handschoen en/of kam (afhankelijk van de vacht) is meestal voldoende.
Erfelijke gebreken zijn in dit ras niet bekend.
Honden van 15 jaar zijn geen uitzondering. Het zijn over het algemeen goede eters, waarbij men erop moet letten
dat ze niet te dik mogen worden.