“Ik ben”
Een stukje over de eerste periode na adoptie, wat er mis kan gaan en waarom ze terug in opvang komen.
Het begint allemaal met verwachtingen en het onderschatten van een adoptiehond. Vaak hoor ik dat de hond moet passen in een bepaalde situatie met een wensenlijst waar je U tegen zegt. Maar is wat de mens wil wel realistisch?
Natuurlijk is het geweldig om een nieuw huisdier alle liefde van de wereld te willen geven, samen een band opbouwen en de buiten wereld in.
De grote boze buitenwereld kent zijn keerzijde. Als men te snel, te vroeg, te hard gaat is er een grote kans dat er probleemgedrag wordt ontwikkeld. De eerste subtiele hints worden vaak gemist en plots is daar het negatieve gedrag van de hond.
Die eerste periode is verschillend. De ene hond past zich makkelijker aan dan de andere hond. Dit kan soms wel jaren duren. Als je een hond adopteert, geef ze de kans. Een echte kans! Een kans die bestaat uit tijd, rust, liefde en heel veel geduld. Observeer je hond, leer je hond kennen en leer hem of haar te begrijpen. Wat zijn de behoeftes? Is de omgeving niet te druk? Wanneer kan de hond echt ontspannen? Krijgt hij of zij voldoende rust?
Vooral dat laatste, rust, schiet het al snel te kort in. Een hond slaapt gemiddeld 14 uur, soms zelfs langer. Tijdens de slaap worden alle ervaringen verwerkt en krijgt de hond de kans zijn wel bekende emmer rustig op zijn gemak te legen. Een frequent uitgeruste hond zal stabieler gedrag laten zien, duidelijk proberen te communiceren met zijn mensen en waarschuwen als het hem echt te veel wordt.
Een hond waar je het verleden niet van kent, of heel weinig van kent staat garant voor verrassingen. Je zult elkaar moeten leren kennen omdat de opgroeifase niet samen is geweest. Je zult elkaar leren ontdekken, wat vinden wij leuk, wat wil de hond, wat wil ik en hoe kunnen wij samen hier naar toe werken.
Waarom de hond terugkomt, is verschillend. De overeenkomst in dit verhaal is de eerste periode. Honden hebben een goede baas nodig, een mens die ze begeleid, aanstuurt, volledig durven te vertrouwen. Een baas die samen met de hond aan de slag gaat en daar hulp bij vraagt als de baas het zelf even niet meer weet. Het is immers niet niks. De communicatie tussen het baasje en de hond moet vanaf nul worden opgebouwd. Helaas gebeurd het heel vaak dat de mens te snel gaat. Het baasje is vaak erg enthousiast en heeft de beste bedoelingen. Lekker aan de wandel, even aan de familie hun nieuwe trots laten zien, de hele omgeving verkennen.
Maar wat als dit te veel is? Honden zijn net zo verschillend als mensen en iedere hond reageert anders op overprikkeling. De een kruipt weg in een hoekje, de ander begint te grommen en ontbloot de tanden. Gaat er al een alarmbelletje af?
Eigenlijk ben je nu al te ver en loop je tegen de eerste problemen aan. Een verhuizing geeft ook bij een hond heel veel stress. Net als alle andere nieuwe dingen die bij een verhuizing komen kijken. Genoeg is genoeg en de eerste dagen volstaat een rondje tuin (indien aanwezig) ook prima. De eerste weken volstaat datzelfde saaie prikkel-arm rondje ook prima. Het hoeft niet allemaal tegelijk maar bouw alle nieuwe dingen rustig op. Kijk wat de hond aankan. Sommige voelen zich direct thuis.
Ongeacht waar je tegenaan loopt, neem een paar stappen terug. Ga naar het punt waar het goed gaat en observeer wat er gebeurd. Wat zijn de triggers voor de hond en hoe kun je die gedoceerd aanbieden zodat het behapbaar is voor de hond? En als het een keer niet gaat, laat het voor wat het is.
Less is more!
Kleine sidenote:
“ik ben onberekenbaar” is de clown Elliot. Hij heeft wat last van (mannelijke) onzekerheid en zoekt steun bij de baas.
“ik ben gevaarlijk” is de lieve grote lobbes Dolly met een enorm hoog knuffelgehalte.
“ik ben bang” is de zachte en zeer lieve Bono die nu met behulp van een gedragsdeskundige om leert gaan met zijn extreme angsten.
“ik ben te groot” is de verlegen Chara. Ze heeft zelf nog niet door hoe lief ze eigenlijk is.
Auteur: @ Priscilla ter Linden